Een groot gedeelte van mijn leven ben ik ‘workaholic’ geweest: ik haalde mijn eigenwaarde uit mijn (huis)werk, het behalen van goede resultaten, het neerzetten van projecten en de mening van anderen over wat ik deed. Het nadenken over het thema ‘rust’ en het ervaren van wat dit met me doet, geeft me veel inzichten. Die wil ik graag met je delen.
Daarvoor moeten we eerst terug naar de geschiedenis van de schepping, de oorspronkelijke bedoeling van de wereld. We lezen in Genesis 1-3 het verhaal van Adam en Eva in de hof van Eden. Adam én Eva werden gemaakt naar Gods evenbeeld (Gen. 1:26). Ze hadden veel overeenkomsten met de God die Zich later openbaarde als de ‘Ik Ben’.
Iets wat me opviel, was dat de eerste dag dat Adam op aarde rondliep de sabbat is. De dag waarop de mens met God kon ‘zijn’. Ik kan me zo voorstellen dat het een dag was waarop hij ruste en van Gods aanwezigheid genoot. Een dag waarop Adam gewoon ‘was’, samen met God. Dit roept bij mij de vraag op: zijn we als mens misschien niet bedoeld om gewoon ’te zijn’? Om bij God te komen en van Zijn aanwezigheid te genieten?
Een van de andere uitingsvormen van het ‘zijn’ met God in de Bijbel, was dat Adam en Eva elke avond met God wandelde door de Hof (Gen. 3:8). Voor Henoch gold dat hij heel zijn leven wandelde met God (Gen. 5:24). Voor ons geld dat wij dit sinds het scheuren van het voorhangsel ook weer kunnen doen: we leven voor Gods aangezicht. En we staan constant in verbinding met God, door de Heilige Geest in ons. Door Hem kunnen we kunnen constant met God in gesprek zijn.
“De mens kreeg de taak om te cultiveren, om dingen te maken en door te geven.”
De opdracht om te werken
Pas nadat God Adam gemaakt heeft, geeft Hij hen de opdracht om de aarde te bewerken, de dieren een naam te geven en om zich voort te planten in de werld. De mens krijgt de taak om te cultiveren, om dingen te maken en door te geven.
We voelen ons als mens nuttig en voldaan door het werken. En dat is goed, totdat we ons zelfbeeld erdoor laten beïnvloeden; totdat we onze waarde af laten hangen van het geen we zaaien, bewateren en oogsten. We zijn bedoeld als evenbeeld van God en in verbinding en afhankelijkheid van Hem. Niet om afhankelijk te zijn van wat we wel of niet doen. En ook niet of we wel of niet behalen waar we van droomden.
Richt je op wat van boven is
In Kollosenzen 3:1 lezen we: “Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit.” In het vervolg van Kollosenzen 3 lezen we over allerlei gedragsuitingen, dingen die goed zijn en dingen die niet bij je nieuwe leven in Christus horen. Als je gericht bent op het aardse (het planten, bewateren en oogsten), raak je gericht op het behalen van prestaties. Je gaat leven vanuit eigenbelang. Deze levensstijl wekt slechte manieren en vleselijke reacties op.
“De karaktereigenschappen die passen bij je nieuwe leven in Christus, zijn schatten van eeuwigheidswaarde (Mat. 6:19-21).”
Als je daarentegen gaan zoeken naar dingen die ‘van boven zijn’, ga je andere dingen belangrijker vinden: het zoeken van Gods aanwezigheid en de verheerlijking van Zijn Naam in alles wat je doet. De focus op God maakt dat je wil gaan leven zoals Jezus gaat doen. Je wordt steeds volmaakter in woord en daad. Je raakt vol medelijden, goedheid, bescheidenheid, vriendelijkheid en geduld (vs. 12). Ook wordt je verdraagzamer, meer vergevingsgezind, vol liefde en vol vrede (vs. 13-15).
De karaktereigenschappen die passen bij je nieuwe leven in Christus, zijn schatten van eeuwigheidswaarde (Mat. 6:19-21). Het zijn schatten die niet wegrotten of door motten worden aangevreten. Het zijn geen prestaties die je plant, bewaterd en kunt oogsten. Nee, het is het Zijn in Gods aanwezigheid en de vernieuwing van je denken door de werking van de Heilige Geest.
Stilgezet worden
Door even stil gezet te worden, ontdekte ik mijn echte waarde in Christus. Niet mijn prestaties in helpen van anderen op geloofsgebied, of de discipline die ik had in het houden stille tijd. Dat viel allemaal weg. Het enige wat overbleef, is het rusten. Het ‘zijn’ met God. En het weten dat ik genoeg ben in Hem.