Wat iedereen over het verschil tussen kerken en bedieningen zou moeten weten.

In het proces van het opstarten van een stichting stond ik stil bij de verantwoordelijkheid die daarbij komt kijken en welke we als bediening niet hebben. Daarin ontdekte ik veel over het doel en belang van de kerk en over fouten die worden gemaakt in bewegingen en organisaties. Onderaan het artikel lees je over de uitdagingen die dit meebrengt in de cultuur van de evangelische kerk.

Als tiener was ik al ontzettend nieuwsgierig naar de verschillende soorten kerken die er zijn. Ik had wel de reformatorische hoek van binnenuit gezien en meegemaakt, maar nooit de evangelische hoek. Dus ik besloot om, samen met een groep anderen, kerken te gaan ‘hoppen’. Als eerste gingen we langs Mozaïek, maar daarna volgden de Jacobikerk, het Leger des Heils, Doorbrekers en Best Life Church. Sommige kerken waren verouderd, anderen jong en levend. Bij de ene kerk draaide alles – naast de eredienst – om community, bij een andere dienst leek het te gaan om een mooie prestatie die aantrekkelijk zou zijn voor iedereen. Bij sommige kerken voelde je je een vis die in een vangnet terecht kwam en vervolgens door een geoliede machine gehaald werd met als einddoel ‘lid’ te worden. Bij andere gemeenten werden we uitgenodigd bij de voorganger om met hen in gesprek te gaan over hun missie en onze geloofsbeleving zodat we van elkaar konden leren. 

Iedere kerk was verschillend, maar probeerde uiteindelijk recht te doen aan God en Zijn mensen. Ze probeerden mensen te betrekken bij Gods familie, op hun eigen manier. Want naast het aanbidden van God en het leren uit Zijn Woord, is geloof en leven delen iets wat – naar wat ik zie – de kern is van gemeente zijn. Dat zien we ook terug in de kerk van handelingen waar de leden iedere dag samenkomen en waar alles met elkaar gedeeld wordt (Hand 2). 

De kracht van de kerk

Het voordeel van ‘gemeente-zijn’ is dat in de diepe verbondenheid letterlijk alles voorbij komt; elk onderwerp dat in het leven doorgemaakt wordt, wordt aangestipt. De breedte van dat onderwijs is nodig, als vorm van discipelschap en ook om gelovigen te laten groeien van een baby-geloof tot een volwassen christendom. Preken mogen dan ook leven-gerelateerd zijn, of juist met als doel om een Bijbelgedeelte uit te leggen. Dit is de plek waar mensen hun nodige voeding halen, dit is ons geestelijk thuis. 

De gemeente hoort ook de plek te zijn waar mensen elkaar ‘op de rit houden’. Dit is de plek waar zoals ijzer met ijzer geslepen wordt, ieder zijn naaste aanscherpt (Spr. 27:17). Hier worden we gecorrigeerd en getuchtigd. En dat moet ook: Voorgangers, ouderlingen en diakenen dragen de verantwoordelijkheid om ieder lid op het rechte pad te houden. De kerk is dus ook een vangnet voor mensen die vallen en een gezonde voedingsbodem om in te kunnen groeien. Daarin hebben de jongeren de ouderen nodig, en de ouderen de jongeren. Het is een plek waar mensen samen lijden en samen vreugde ervaren (1 Kor. 12:26). Geen wonder dat de Hebreënschrijver ons oproept om de onderlinge samenkomst niet te ‘verzuimen’ (Hebr. 10:25).

Organisaties en bewegingen

Dat is anders met de bediening van een organisatie. Het is ook een plek waar mensen vaak vrijwillig meewerken, waar er onderling community en cohesie is. Waar onderwijs gegeven wordt en waar mensen opgebouwd worden.

Maar waarin ze verschillen, is dat deze plekken vaak worden opgericht rondom één bepaald thema (soms iets meer). Al het onderwijs is bedoeld om dat ene thema uit te leggen en het belang ervan te laten zien. Hun doel is dan ook vooral om individuen en vervolgens ook gemeentes in dat ‘vergeten onderwerp’ toe te rusten. Daarmee is het onderwijs en het werk vaak eenzijdig en van korte duur voor de luisteraar: Wanneer iemand het onder de knie heeft, kan die persoon/ gemeente zich richten op een ander onderwerp. De verantwoordelijkheid van een bediening als deze is daarmee ten eerste: ‘onder de aandacht brengen’ en ten tweede: ‘toerusten’. Daardoor dragen bedieningen in principe weinig verantwoordelijkheid: ze zijn alleen ondersteunend voor de kerk. 

Opvallend is vaak dat de leidinggevenden geen voorgangers zijn die zich bewegen vanuit een bepaalde balans. Deze leiders wandelen vooral vanuit hun passie en roeping. Vaak ook als evangelist, apostel, herder, leraar óf profeet. De balans mist, waardoor er soms sprake is van doorschieten. Even gechargeerd: Evangelisten worden botte bijlen en zijn alleen maar ‘zielen aan het winnen’. Herders worden navelstaarders en maken de kerk passief. De apostelen rennen dan weer veel te hard met hun visies en missies waardoor hun impact uiteindelijk nihil is. Leraren zijn streng en denken als enige ‘de waarheid’ te kunnen prediken. En profeten leven in een totaal andere wereld en spreken in een taal die niemand kan begrijpen. Begrijp me niet verkeerd: Elke bediening is krachtig! Maar ze zijn bedoeld om de gemeente toe te rusten, door samen te werken en elkaar inspraak te geven op hun werk.

Verwarring

Het gevaar binnen de evangelische hoek is dat mensen het verschil tussen bewegingen/organisaties en kerken niet (willen) zien. In de kerk kan het lastig zijn om onder autoriteit te vallen en gecorrigeerd te worden, waardoor mensen teleurgesteld hun community verlaten. Vervolgens sluiten ze zich aan bij een organisatie of beweging, waar sprekers vaak té kort door de bocht zijn om zo hun punt te maken en waar het onderwijs en de ingezette gaven eenzijdig zijn. Opnieuw worden de kerkverlaters hier teleurgesteld: Ze krijgen en kunnen niet halen wat ze nodig hebben. Logisch ook, toch?

Ik denk dat een van de uitdagingen van deze tijd is hoe we de kerkverlaters en randkerkelijken kunnen helpen om die verbinding weer aan te gaan in de kerk. Om te zoeken naar hoe we als bediening weer vooral gemeenten kunnen ondersteunen, in plaats van dat we kerk proberen te zijn. Dat we elkaar weer durven eren en erkennen in ieders specifieke roeping en weer willen leren van elkaar. En ook om te zoeken naar Christus in de boodschap van de ander. We zijn samen een lichaam, we hebben elkaar nodig.